Jonas, orthopedagoog en verpleegkundige

Na een omweg langs orthopedagogie koos Jonas De Wit resoluut voor verpleegkunde. Het technische in dit beroep trekt hem aan en hij is gefascineerd door de anatomie van de mens.  


Je moet creatief zijn en oplossingsgericht denken

– Jonas De Wit –

Je bent vorig jaar afgestudeerd als verpleegkundige, maar je volgde het IPSO-traject, een vervolgopleiding. 

Ja, na het middelbaar heb ik lang getwijfeld tussen orthopedagogie en verpleegkunde. Omdat mijn ouders, allebei verpleegkundige, het een beetje afraadden, heb ik voor het eerste gekozen. Ik wilde begeleider worden van jongeren in problematische opvoedingssituaties of van personen met een fysieke of lichamelijke beperking. Ik vond geen werk met in deze sector en het verlangen naar verpleegkunde bleef. In mijn zoektocht om die droom te realiseren vond ik bij Thomas More Mechelen het IPSO-traject. 

Waarom koos je voor dat traject?  

Omdat ik al een diploma had in de psychosociale wetenschappen vielen een aantal vakken weg. Communicatie bijvoorbeeld, maar ook filosofie en psychologie. Ook voor de bachelorproef werd ik vrijgesteld. Het is dus een verkort traject en dat was voor mij doorslaggevend.  

Wat trekt je zo aan in verpleegkundige? 

Verschillende dingen. Ik werk heel graag met mijn handen, technische handelingen als een infuus prikken en blaassondes plaatsen vind ik fantastisch om te doen. Maar ook  mijn fascinatie voor de anatomie van de mens was een motivatie. Het sociale aspect, het contact met patiënten en collega’s, de hechte banden die je kan opbouwen, dat had ik al ik mee uit mijn vorige opleiding. 

Ik hoor vaak dat er te weinig tijd is om een praatje te maken met patiënten of een goed gesprek te hebben. Jij praat over een band op te bouwen. Zie jij dat dan anders?

Ja en neen. Veel hangt af van de situatie. Als je op een verblijfsafdeling werkt, waar patiënten soms weken nodig hebben om te  herstellen, bouw je een andere band op dan wanneer je op spoed werkt en mensen na enkele uren weer weg zijn. De bezetting speelt ook een rol: twee verpleegkundigen voor twintig patiënten of twee voor tien patiënten, dat is een hemelsbreed verschil. Anderzijds zijn er altijd momenten die je kan benutten om contact te maken met patiënten. Tijdens het bedbad bijvoorbeeld probeer ik al een kort gesprek te hebben. Hoe heb je geslapen? Hoe voel je je? Zelfs op een spoedafdeling, waar ik nu werk, is er mogelijkheid tot contact. Er zijn levensbedreigende situaties, maar ook mensen die gevallen zijn, in hun vinger sneden of acute depressieklachten hebbenOp al die moment is er ook een gesprek echt nodig. Als dat dan lukt en de patiënt of familie is tevreden, dan geeft dat mij voldoening.  

Was werken op een spoedafdeling een droom van je?  

Niet echt. (lacht) Ik ben aan de opleiding begonnen met het idee om zelfstandig thuisverpleegkundige te worden. In het laatste jaar heb ik mijn kans gewaagd en een stage ‘spoedgevallen’ aangevraagd. Gewoon uit nieuwsgierigheid, om te zien of mij dat zou liggen. Sindsdien is mijn interesse alleen maar gegroeid. Zozeer zelfs dat ik nu ook de banaba ‘Intensieve zorgen en spoedgevallenzorg’ volg, omdat ik heel graag op de MUG wil rijden.  

Is het een pluspunt om twee diploma’s te hebben? 

Soms wel. Als er bij ons mensen met een zware fysieke en mentale problemen komen, kan ik terugvallen op mijn opleiding orthopedagogie. Ik kan me inleven in hun leefwereld, ik weet dat ik het op een andere manier moet aanpakken en dat ik vooral veel geduld moet hebben. Op dat vlak heb ik dan een voorsprong, al wil ik dat niet overdrijven. 

 


Ook op een spoedafdeling is er ruimte voor contact 

– Jonas De Wit –

Zou je het anderen aanraden om op deze manier verpleegkunde te studeren?  

Zeer zeker. Als je interesses  hebt in beide vakgebieden, zou ik het doen. In orthopedagogie wordt ruime aandacht besteed aan de psychologie en de communicatie, dus dat neem je sowieso mee. In de opleiding verpleegkunde leer je dan weer heel andere technieken, je moet creatief zijn en oplossingsgericht denken. Zeker op spoed, waar je vooraf niet weet wat er zal gebeuren. Elke situatie moet je evalueren: hoe pakken we dit aan? Wat is de beste oplossing? Het is een gevarieerde job die je veel voldoening geeft. Ik heb er absoluut geen spijt van, integendeel: hoe langer ik dit doe, hoe meer ik voel dat verpleegkunde echt iets voor mij is.  

 

Jonas De Wit werkt op de spoedafdeling van het ZNA Middelheim in Antwerpen en  volgt momenteel, na het afwerken van het IPSO-traject nog de banaba ‘Intensieve zorgen en Spoedgevallenzorg’. 

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven